Politiek

Politieke ruimte

De eerste is politiek. Hier gaat het mij om het maken –  of bewaken – van ruimte voor meerstemmigheid. Dat betekent voor mij niet alleen ‘kunnen zeggen wat je wilt’. Wil meerstemmigheid enige zin hebben, dan is de dringende vraag eerder hoe je eigenlijk luistert naar al die verschillende stemmen. Wat al die stemmen samen te betekenen hebben.

Goed luisteren is lastig, zeker als iemand praat vanuit een ervaringspositie waartoe je zelf geen toegang hebt, bijvoorbeeld omdat je zelf een ander lichaam of een andere geschiedenis hebt. Kennis is altijd gegrond in een specifiek leven en in een specifieke cultuur, en dat maakt dat kennis nooit helemaal te generaliseren valt. In die zin is de universele mens van de westerse filosofie een fabel. Hedendaagse identiteitspolitiek en woke bewustzijn zie ik als pogingen om te doordenken hoe de samenleving zou kunnen – zou moeten? – veranderen als we afscheid nemen van die fabel. Dat is een belangrijke politieke strijd.

Tegelijkertijd geloof ik dat mensen in staat zijn om zich heel behoorlijk in te leven in een ander. Als sociale dieren hebben wij de natuurlijke neiging om met elkaar mee te bewegen. En dat vermogen kunnen we ook aanwenden om ons te bekwamen in het oprekken van ons begrip, waardoor we ook ruimte maken voor waarden en ervaringen van anderen. Deze openheid van geest is waar filosofie voor mij voor staat.

Die openheid strekt zich trouwens ook uit naar jezelf. In de binnenruimte van ieder mens doen zich verschillende, soms tegenstrijdige gevoelens en gedachten voor. Ik geloof dat het belangrijk is om al die verschillende stemmen van jezelf te willen horen. Denken is: in staat zijn om de ambivalentie van die innerlijke meerstemmigheid te verdragen en te onderzoeken, zegt de psychoanalyticus Jacqueline Rose. En dat zeg ik haar graag na. Zulk denken kan volgens mij de hele samenleving zachter maken. Dit denken is iets heel anders dan weten.