Plat

‘Ongelofelijk dat ze ons dit aandoen. Mijn zus overlijdt, na zoveel jaren waarin ik heb geprobeerd om haar te helpen, en dan stoppen ze me gewoon in de cel. Zo onmenselijk. Niet luisteren, gewoon doorduwen. Verstoppen achter procedures en regels. Wat een verschrikkelijk systeem.’ Dit zijn overpeinzingen van Melodie, hoofdpersoon in Wij zijn licht, de virtuoze roman die Gerda Blees schreef over de Utrechtse woongroep die meende zonder eten te kunnen – totdat een lid in 2017 onder ogen van de anderen de hongerdood stierf.

Melodie komt tijdens haar verhoor in de clinch met een rechercheur. Waar Melodie spreekt over een ‘natuurlijk proces’ waarin haar zus ‘klaar was om de volgende stap te nemen’ (een stap die je volgens Melodie liefdevol begeleidt, maar niet behoort te verhinderen), daar ziet deze rechercheur nalatigheid. Iemand ‘op deze leeftijd, en met dit eetpatroon, dood laten gaan, is niet de enige mogelijkheid’, bitst de rechercheur. Ze vraagt Melodie of ze overleg heeft gevoerd met de andere leden van de woongroep over wat hen te doen stond toen haar zus wegzakte. Dat was niet nodig, aldus Melodie. Ze waren spiritueel al zo ver ontwikkeld dat ze elkaar organisch aanvoelden.

Tenenkrommend, zo’n antwoord. Maar de (fictieve) rechercheur staat wel voor een probleem. Haar wereldbeeld, haar idee van hoe de realiteit in elkaar zit, botst frontaal op dat van Melodie. En Melodies verhaal is sluitend. Ze kan alles verklaren, heeft op alles een antwoord – en belangrijker nog: ze voelt heel diep dat zij het goede pad bewandelt. De rechercheur kan Melodie niet zomaar als bedrieger wegzetten.

Waar wereldbeelden frontaal botsen, zie je vaak dat mensen elkaar beschuldigen van het verdraaien van de waarheid – en dat verdraaien zal die ander dan wel doen uit eigenbelang, zo vertellen ze zichzelf. Vandaar al die complottheorieën, vandaar al die argwaan. Ik vind dat een onmachtige reactie. Ik denk dat de meeste mensen oprecht zijn. Maar dat maakt de vraag niet minder ingewikkeld: wat doe je als de buren hevig geloven in een verhaal dat volgens jou niet deugt?

De enige begaanbare weg is dan, denk ik, om in te zetten op het verruimen van de wereld. En wel door te snappen dat ons kenvermogen principieel tekortschiet om de volle realiteit te omvatten. Niet dat kennis een illusie is; mensen hebben echt wel wat elementen van de waarheid te pakken. Maar dé waarheid over de wereld zal ons ontglippen, omdat we niet zijn toegerust om die op te pikken. Wat ruiken we nu, wat zien we nu? Sinds er wetenschappelijke instrumenten zijn ontwikkeld, weten we dat het maar een fractie is van wat er in feite te ruiken en te zien valt. Indirect, met moeite en door ons verstand te gebruiken hebben we stukjes van de realiteit ontsloten die aan de menselijke ervaring voorbijgaan. We hebben geen flauw idee wat er allemaal nog meer te ontsluiten zou zijn, en zullen dat ook nooit helemaal weten.

De waarheid ligt niet voor het oprapen. De indruk die de wereld op jouw lichaam maakt, geeft je informatie, maar nog geen kennis. Vandaar dat ik zo beducht ben voor de verheerlijking van gevoel als bron van inzicht. Melodie voelt vast heel diep, maar ondertussen laat ze wel haar zus doodgaan.

Gevoelens doen zich voor in jouw lichaam, en in die zin zijn ze een feit. Maar dat lichaam van jou reageert per definitie maar op een beperkt stukje van de wereld. En misschien reageert het dit keer wel op een wat minder belangrijk stukje daarvan. Uit jouw gevoel alleen valt dat niet af te leiden. De sterkte van een gevoel is geen maat voor de informatiewaarde ervan. Om achter de informatiewaarde van je indrukken te komen, zul je nog steeds moeten nadenken.

Gelukkig is er een praktische lakmoesproef: hoe dichter je de waarheid nadert, hoe steviger je grip op de realiteit. De wereldzeeën bevaren is lastiger voor mensen die denken dat de aarde plat is. En wie denkt te kunnen leven van louter licht en lucht, gaat dood.

Emotie weet dingen te zeker. Emotie die niet wordt aangevuld door het besef dat de realiteit moeilijk kenbaar is, wordt een totalitaire tiran. Weten dat je niet zo bar veel weet – dat is en blijft de sleutel tot samenleven.