Pestkoppen

Daar ligt hij, voor mijn neus: de stempas die mij het recht geeft om me uit te spreken over de associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en Oekraïne. In de rechterbovenhoek staat het stempel van mijn gemeente. Ik zie mijn naam en adres en zilveren glimletters die zeggen: ‘1e raadgevend referendum 2016’.  Het ziet er allemaal verdomd officieel uit. Net echt, eigenlijk.

Ik kijk naar die pas, en voel onbehagen. Dat onbehagen is deels van inhoudelijke aard. Ik heb geen mening paraat over een verdrag dat deel uitmaakt van een ingewikkeld weefsel van Europese juridische verdragen. Ik overzie niet wie ik met mijn stem precies in de kaart ga spelen. En aangezien ik persoonlijk geen handeltje drijf met iemand in Kiev, hoef ik er van mezelf ook niet zo nodig een mening over te hebben. Dit is nu typisch zo’n kwestie die ik graag aan specialisten overlaat.

Een nog groter onbehagen voel ik omdat ik die referendumvraag eigenlijk nauwelijks letterlijk kan nemen; voor mij staat er niet wat er staat. Stiekem denk ik dat het gros van de mensen die hebben geijverd voor dit referendum net zo min als ik een helder beeld hebben van wat er met dat verdrag op het spel staat. Het dwarsbomen van de zittende macht is, vermoed ik, het belangrijkste motief van de driehonderdduizend medeburgers die vonden dat dit referendum er moest komen.

Mijn achterdocht komt deels voort uit de bron van het referendum. Zoals bekend zijn de ondertekenaars onder de vlag GeenPeil gemobiliseerd via het weblog GeenStijl. Op zijn website verklaart  GeenPeil dat zij met deze campagne burgers een “legaal, legitiem en vooral democratisch instrument” aanreikt om “een stukje zeggenschap terug te claimen” van “Den Haag en Brussel”. GeenPeil voert wel redenen aan om juist over het associatieverdrag met Oekraïne een referendum te willen uitroepen. Maar die redenen klinken nergens vurig of dringend – ze klinken eerder als gelegenheidsargumenten.

GeenPeil heeft er volgens mij lol in om het politieke systeem aan te pakken met een instrument – een raadgevend referendum – dat de politiek juist in het leven heeft geroepen om zichzelf te vitaliseren. Hier wordt een lange neus getrokken naar het landsbestuur door het politieke systeem zelf te hacken. Het lijkt alsof politieke partijen dit wel aanvoelen. Gevestigde politici voeren vermoeid hun dansje uit, maar het vuur ontbreekt om echt campagne te voeren vóór of tegen het verdrag. Ergens weten zij wel dat de serieuze inhoudelijke argumenten die zij volgens hun eigen taakopvatting over deze kwestie zouden moeten uitdragen, vooral hoongelach zullen oogsten. ‘Ja hoor, ze doen het nog ook! Wij laten een referendum uitschrijven, en daar heb je ze weer met hun verhullende argumenten en bloedeloze taal!’ Daarom houden politici bij voorkeur hun mond. Dit spel valt niet te winnen.

Ik kijk nog eens naar mijn stempas. Voor mijn geestesoog doemt een beeld op van een sluipwesp die eitjes legt in een rups. De wespenlarven vreten van binnenuit het lijf van de rups op en tasten gaandeweg ook diens hersenen aan. De larven enteren als het ware het biologisch programma van de rups en dwingen hem tot gedrag dat in zijn eigen nadeel is. Ik denk aan de gemeentelijke bureaucratie die mij braaf mijn stempas bezorgt, op commando van een groep die in feite vijandig staat tegenover die keurige bureaucratie zelf. Even word ik heel droevig.

Dan corrigeer ik mezelf. Misschien is dit het verkeerde beeld. Misschien moet ik meer aandacht besteden aan de lacherige, honende toon die journalistiek in de school van GeenStijl kenmerkt. Waar doet die ook alweer aan denken? Aan de pestkoppen op school die het leven van sommige leraren zuur maken. De methode is wreed, en leuk is het niet om te zien hoe fatsoenlijke mensen in het nauw worden gedreven. Maar een goede pestkop brengt ook iets aan het licht: het systeem waarin je ongevraagd je dagen moet slijten, schuift inderdaad soms ongeschikte personen naar voren – en houdt ze nog een hand boven het hoofd ook.

De pestkoppen van GeenPeil tonen op pijnlijke wijze de zwakheden van ons systeem aan. Je kunt veel van pestkoppen zeggen, maar het zijn geen spijbelaars. Ze haken niet af. Ze ontfermen zich juist op hun manier over het maatschappelijk lichaam.

Marjan Slob